A
  • Accommodatieproces= aanpassingsproces
  • Acculturatieve stress=acculturatie= het overnemen door een volk van een vreemde beschaving of van elementen daarvan ten gevolge van aanraking met die beschaving
  • Ad hoc= voor dit geval in het bijzonder
  • Adequate benadering = een gepaste benadering
  • Affectief = een emotie verwekkend; het gemoedsleven betreffende
  • Analoge taal= het gaat samen met, heeft een overeenkomst met
  • Autoritaire opvoedingsstijl= De ouders domineren, zijn de baas. Zij bepalen de regels en stellen de eisen aan het gedrag van hun kind. Het kind hoort de ouders te gehoorzamen. Rust in de opvoeding, regelmaat en orde dat staat voor op. Luister het kind niet dan volgt er een straf.
  • Autoritatieve opvoedingsstijl =op gezag berustend; dit bezittend ' De ouders stellen redelijk grenzen voor hun kinderen en leggen hun regels duidelijk uit. Ze overleggen veel met de kinderen, er ruimte voor de eigen inbreng van de kinderen. De ouders voeden op met gezag en liefde. Ook moedigen ze het zelfstandige gedrag van hun kind aan.
  • AVI-niveau = het leesniveau van de kinderen en de moeilijkheidsgraad van de teksten op elkaar afgestemd moeten zijn. Hiervoor zijn de negen AVI-niveaus ontwikkeld. De verschillen in niveaus zijn terug te voeren op de woord- en zinskenmerken van een tekst en de leesindex A. De negen AVI-niveaus worden enerzijds gebruikt om leesboeken en teksten in te delen naar moeilijkheidsgraad. Anderzijds worden ook de leesprestaties van de kinderen ingedeeld naar deze negen niveaus. Daarvoor zijn de AVI-toetskaarten ontwikkeld.